Overheid

Overheid en asielzoekers

Sinds eind jaren tachtig hebben zich bijna een half miljoen mensen uit alle delen van de wereld in Nederland gemeld om asiel te vragen.

Om asiel te verlenen stelt de overheid enkele voorwaarden: men moet in eigen land gevaar lopen vanwege zijn of haar politieke mening, geloof of etnische afkomst.

Bij binnenkomst in Nederland wordt elke asielzoeker geconfronteerd met de Nederlandse regelgeving en de talloze proceduremogelijkheden.
Men wordt door de IND (Immigratie- en Naturalisatie Dienst) onderworpen aan een eerste gehoor en daarna aan een nader gehoor, om vervolgens de uitspraak af te wachten.

Tijdens de procedure zorgt de overheid voor opvang van de asielzoekers;
de eerste dagen in een aanmeldcentrum, vervolgens in een van de opvangcentra die verspreid zijn over het land. Is men het niet eens met de uitslag, dan bestaan er nog een aantal mogelijkheden om in beroep te gaan.

Slechts een kleine minderheid van alle asielaanvragers werd in het verleden als politiek vluchteling erkend, maar meer dan de helft kon uiteindelijk toch in Nederland blijven door te blijven procederen, door te trouwen met iemand met een verblijfsvergunning, door gezinshereniging e.d.

In de jaren negentig werden uitgeprocedeerden als ze niet vrijwillig vertrokken nauwelijks het land uitgezet. Daarin gaat het huidige kabinet verandering brengen. De komende drie jaren wil de regering afgewezen asielzoekers die al jaren in Nederland zijn het land uit zien te krijgen. Daarbij kan begeleiding gegeven worden door een team van de IND, de vreemdelingendienst en het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers).

Wie vrijwillig vertrekt kan eventueel een ticket en wat geld meekrijgen om een nieuwe start in eigen land gemakkelijker te maken. Als de terugreis niet binnen 28 dagen geregeld is moet de asielzoeker naar een vertrekcentrum zoals nu geopend is in Ter Apel. Wie buiten zijn schuld echt niet terug kan, bijvoorbeeld omdat de betreffende ambassade niet meewerkt kan alsnog een verblijfsvergunning krijgen.

Wie weigert te vertrekken kan naar een uitzetcentrum of vreemdelingenbewaring worden gestuurd of in sommige gevallen zonder voorzieningen op straat worden gezet.

De verantwoordelijkheid voor dit terugkeerbeleid berust bij de Rijksoverheid, maar ook de plaatselijke overheden zullen de komende tijd moeten stoppen met subsidieverstrekking en onderdak verlenen aan afgewezen asielzoekers.

Bron: Eelke van der Veen - Voorzitter Stichting Koppeling

Ik ontvang graag meer informatie